De avond voor de laatste XC vond mijn hartslag het pas om 1 uur ‘s nachts tijd om in slaap te vallen. Om 6.45 stond de wekker weer dus ik was erg benieuwd hoe de benen zouden aanvoelen op het moment dat ik de volgende ochtend uit mijn bed zou stappen. Ik had gehoord dat het parcours in Heeswijk-Dinther vooral erg vlak was dus ik had het idee dat dit me ook weleens zou kunnen liggen. Alhoewel, Paasbike was ook vlak en dat lag me totaal niet door de korte bochtencombinaties.
Ik was heerlijk op tijd aanwezig zodat ik voor het ophalen van mijn stuurbordnummer nog een ronde kon inrijden op het parcours. Mijn technisch vernuft werd me toen al duidelijk gemaakt en ik moest mijn 2 bidons en mijn mountainbike enkele meters uit elkaar verwijdert bij elkaar rapen. Dit zou overigens niet de laatste keer zijn tijdens het inrijden. Dat vlakke dat lag me wel, maar de rechte stukken waren vrij kort en hierdoor zou ik continu afgestraft worden op mijn techniek en mijn kracht niet goed kwijt kunnen op dit parcours. Het zou mij benieuwen wat het zou worden.
Ik startte op de 25e plek. Dit was vrij achteraan. De start was op asfalt en draaide na 200 meter het onverharde op. 2 kunstmatig aangelegde heuveltjes op en af en daarna op een singletrack het bos in. Na de start zat ik al vrij snel bij de eerste 10 van het veld. De eerste 3 hadden na het uitkomen van het bos al een gat geslagen en waren uit het zicht verdwenen. Ik probeerde mijn eigen tempo te rijden in de hoop dat ik ze gedurende de wedstrijd bij zou halen. Nummer 5 lag 150 meter achter me dus ik zou vaart moeten maken.
Een deel van het parcours liep over een crossparcours. Dit waren hele brede paden van los zwart zand. In deze paden lagen wat verharde sporen waar met een mountainbike goed overeen te komen was. De kunst was echter om het goede spoor te pakken. Ik had telkens de verkeerde te pakken en dit zorgde elke ronde voor een steeds groter wordende achterstand.
Ook de bochten liepen totaal niet. Misschien wilde ik teveel waardoor ik elke bocht te hard in vloog, misschien lag het aan de focus, of aan de bandenkeuze. In de derde ronde moest ik nummer 5 laten passeren en deze liep uit op het moment dat een achterblijver vlak voor de lastigste klim af moest stappen waardoor ik ook lopend het klimmetje omhoog moest. Mijn kansen waren verkeken en ik probeerde nu mijn positie te behouden en de wedstrijd uit te rijden.
Als vijfde kwam ik over de finish. Met het resultaat zou ik tevreden mogen zijn maar ik weet ook van mezelf hoe ik op de fiets zat. Teveel fouten gemaakt waardoor ik het heb laten liggen. De gemiddelde hartslag was ook niet om over naar huis te schrijven. Dit was 170. In Zoetermeer was dit nog 177. Kan liggen aan het karakter van het parcours, aan de wedstrijd van de avond van tevoren of aan het moraal. Geen idee.
Na dit wedstrijdseizoen kan het terugblikken en het vooruit kijken weer beginnen. Hier zal nog een en ander over geschreven gaan worden want er gaat het nodige veranderen deze winter! Komende winter staat in ieder geval de West Brabantse Veldrij Competitie op het programma. Vooral om mijn techniek te verbeteren voor dit soort parcoursen maar ook als motivatie om door te blijven trainen als straks het slechtere weer op komt zetten.